Beschrijving
Hoe Nobeltje is ontstaan, is natuurlijk het beste verhaal. Mijn familie woont al vier generaties op het eiland. Overgrootvader Willem Barend begint voor de eeuwwisseling een café in Ballum. De winter van 1901 is extreem koud. Kan ook 1902 geweest zijn. Dat is onduidelijk. We weten dat op 8 en op 13 januari 1901 de postschippers twee maal over het wad naar de vaste wal zijn gelopen. Niet zonder een nat pak, natuurlijk. Eind van die maand wordt er bij Holwerd een arrenslee-wedstrijd gehouden, op de 21ste. En daar sluiten de verhalen van de familie en de geschiedenis zich bij elkaar aan. Aan de wedstrijd doen Amelanders natuurlijk ook mee. Wie er gewonnen heeft, is onduidelijk.
Maar op de barre tocht van Holwerd naar Ameland blijft er geen druppel sterkte drank in de arrenslee over. Zo koud is het. Eenmaal in Ballum duiken de deelnemers mijn overgrootvaders kroeg in. Of hij nog wat drank heeft? Aan ‘nee’ verkopen doen we niet in de familie, dus overgrootvader Willem Barend sr. duikt de keuken in, en blijft net zo lang weg totdat hij een drankje voor de verkleumde gasten heeft gebrouwen. Wat er precies in dat drankje zit, ga ik natuurlijk niet vertellen. Dat is hét familiegeheim. Maar een succes is het wel. En je begrijpt: het blijft die nacht nog lang onrustig in Ballum.
Mijn overgrootvader Willem Barend sr. geeft het recept aan grootvader Barend door. En hij weer aan mijn vader, Wim. Een officiële vergunning om drank te bottelen heeft de familie niet. De flessen worden onder de toonbank verkocht. En als er een gebrek aan flessen is, worden er zelfs gejutte flessen van het strand omgespoeld en gevuld. Dat gaat allemaal goed, tot 1982. Op een avond zakt een studente van de politieschool flink door. Ze is de volgende dag nog dronken en komt te laat op school. Daar vertelt ze over het café, en dat bijzonder lekkere likeurtje, Nobeltje. Diezelfde avond valt de politie het café in Ballum binnen. Alle flessen worden in beslag genomen. Grappig genoeg niet alles, want de tienliter kruiken achter het café vinden ze niet. De handel kan dus gewoon doorgaan. Er wordt die avond proces-verbaal gemaakt en grootvader moet enkele weken later voorkomen in de rechtbank in Leeuwarden.
De officier van justitie heeft gelukkig begrip voor de traditie. Grootvader betaalde wel accijns, dus in die zin hielden we ons aan de wet. Hij dwong ons wel de productie te legaliseren. Straf kregen we niet, onder één voorwaarde, stelde hij in zijn requisitoir. Hij wilde de eerste legale fles Nobeltje! Nou, die heeft hij natuurlijk gekregen. Mijn vader heeft vanaf die tijd de productie geprofessionaliseerd. Nobeltje wordt tot op de dag van vandaag gebotteld in Schiedam. Ik hoef het drankje niet zelf te mixen en te bottelen. Met de hoeveelheden die we nu verkopen, zou ik dat niet eens in mijn eentje kunnen. En jutten? Dat laat ik graag aan anderen over. Maar zo werd het Nobeltje de smaak van Ameland.